Saturday, June 30, 2007

"Water dat naar de oceaan vloeit"

Reizigers zijn in Paraguay schaarser dan jaguars. Buitenlanders zijn voor de Paraguayanen ongewoon als 100 dollar in de portemonee. Vooral voor het jonge tuig lijk ik van een andere planeet te komen. Van Pedro Juan Cabellero naar Asuncion ben ik geen enkele lotgenoot tegengekomen en na drie dagen had ik het wel gehad met mijzelf. Na alles tegen mijzelf gezegd te hebben wat er te zeggen viel en moe te worden van mijn eigen grappen heb ik me verdiept in het principes van couchsurfing.com. Hulde! Het is absoluut de beste uitvinding sinds de paperclip.

Paraguay is afgeleid van de Guaraniaanse woorden pará, gua, en y. Respectievelijk betekenen deze worden, oceaan, naar en water, vrijvertaald als: Water dat Naar de Oceaan vloeit. Leuk feitje voor tijdens de koffiepauze op de zaak. Paraguay is een pover land met de meeste corrupte ter wereld buiten Afrika. Het is een land zonder uitstraling. In de zomer stijgt het kwik hier tot diep in de veertig, maar op het moment is het stervens koud. Hopelijk zijn de dengue-fever muggen met winterslaap, want deet als afterhave gebruiken doe je niet voor je plezier. In Paraguay is een aanzienlijke Duitse gemeenschap actief. Behalve een handvol ondergedoken Nazi`s zijn er de Mennonieten: volgelingen van onze eigen Menno Simons. Met hun plautdietsche accent en hun overals, cowboyhoeden en houthakkerblousen springen deze weisse Leute nogal in het oog. Om in de woorden van Obelix te spreken: "Rare jongens die Mennonieten!".

Ook in Paraguay is het contrast tussen rijk en arm confronterend. In Conception nam ik nog een paard en wagen voor 80 cent (en aan de glimlach van de oude baas te zien, betaalde ik de zonsdagprijs) naar het busstation, vierentwintig uur later ben ik verdwaald in een winkelcentru dat zijn weerga in Nederland niet kent: merken als Calvin Klein en Apple zetten hier hun merchandise in de markt, terwijl Mac Donalds en zijn vrienden de foodcourst & playgrounds vullen. Het is een onwerkelijke situatie. Binnen de landsgrenzen en zelfs op tientallen meters, leven twee geheel verschillende werelden langs elkaar heen. Vreemd van elkaar heeft iedereen zijn eigen zorgen. De een is opzoek naar een Iphone de ander naar een brug om onder te slapen. Ik kan er nog niet aan wennen...

Tuesday, June 26, 2007

Pantanal

De Pantanal is nog méér dan het Amazone gebied het ecologisch paradijs van Brazilië. Het oorspronkelijke plan was een bus te nemen naar Asuncion door het niemandsland van Paraguay. Op deze route worden bussen veroberd door zandwegen en zijn stofmaskers en scheppen primaire levensbehoeften. Deze tocht-der-tocht van Paraguay heb ik aan mij voorbij laten gaan, en last-minute ben ik in de `trein-des-doods` naar Brazilië gesprongen. De Express del Oriente schudt ongecontroleerd als de hand van een Parkinson patiënt, die een kopje koffie vasthoudt, en vier keer ben ik stellig van overtuigd dat mijn wagon ontspoort. In samba-stijl beweegt de trein zich door de klamme jungle en meer dan 20 uur later word ik wakker (het schudden lijkt te zijn veranderd in wiegen) op de grens van de gigant van Zuid-Amerika.

Tweehonderd real dichter bij een bankruptcy beland ik op een lodge in het midden van de Panatanal. De Patantal is minimaal vijf keer zo groot als ons kikkerland en is de woonkamer van 650 vogelsoorten. De buurman van al deze vleugeldieren zijn miljoenen en miljoenen alligators: overal waar je kijkt ligt wel zo`n groene rakker. De activiteiten-comissie had het volgende programma opgesteld:
- Jeepsafari: papagaaien, kanariepietjes, kingfishers etc.
- Boottrip: aligators en nog meer aligators, jaribu (symbool van de pantanal!)
- Wandeltocht: apen, herten, en miereneters
- Paardrijden: capibaras

Elke andere vrije minuut heb ik mijn gestort op mijn nieuwe passie: piranha vissen! Piranhas vis je met een mini-Argentijnse T-bone aan je haak. Als hongerige wolven vallen de piranhas aan. De kunst is de haak door de bek van deze bloeddorstige wezens te jensen. Eenmaal beet begint de echte uitdaging. Hoe vorder je die haak terug uit die bek, zonder je vingertopje te verliezen aan die vlijmscherpe scheermesjes. Ik kies voor de Canadeze techniek: doodknuppelen!

Na drie nachten de ontberingen van de jungle te hebben doorstaan (lees: muggen!) heerst er Saturdaynight Fever in Campo Grande. Samen met drie bier geile Ieren ben ik het zwoele exotische & swingende nachtleven ingedoken. Het uitgaansleven in Brazilië is alles wat een Hollandse jongen zich ervan voorstelt... Zonder mijn kussen te hebben raken duik ik `s morgens vroeg een bus in naar Paraguay.

Monday, June 25, 2007

Maffia!

Reizen betekent vertrouwen op vreemden, je ziel en zaligheid (en moneybelt) in de handen van de lokale bevolking leggen, hopend dat zij je de door de Lonely Planet of Footprint bewierookte paradijzen van onze planeet laten zien. De balans tussen vertrouwen en naïviteit is in sommige toeristen-hubs echter flinter dun...

National Park Pantanal is de reden waarom ik mijn Bolivianos inwissel voor Braziliaanse Reals. Net aangekomen in Corumba (tegen de grens van Bolivia) ga ik op zoek naar een drie-daagse trip, die mij de wonderen & geheimen van de Pantanal kan laten zien.... Onder het genot van een biertje zijn scams een van de favoriete gespreksonderwerpen in elk hostel ter wereld. Inmiddels ben ik acht maanden on-the-road en ken ik de verhalen & trucs, en weet ik dat een scam op elke hoek van de straat ligt te loeren. Groen, als op mijn eerste interrail met de Joosten en de barmhartige Barthogh, heb ik me erin laten luizen.

Je gevoel zegt dat er iets niet klopte, maar je hersenen kunnen dit gevoel niet stelligen. En waarom zou ik wantrouwend zijn tegen deze Braziliaan met de glimlach van Ronaldinho op zijn gelaat? Achteraf weet ik waarom: zijn praatjes & streken zijn geslepen als de oude vos Romario en zijn trucs onnavolgbaar als de vrije trappen van Roberto Carlos. Deze dikke krullenbol is vernuftig als Adriano in de zestienmeter en bleek uiteindelijk doeltreffender dan Kaka....! Naïef als een wereldvreemde Amerikaan laat ik me een utopische tour van 200 real aansmeren. Dom!
Met Brazilaanse warmte word ik door mijn kruimeldief op de bus gezet naar de toegangsweg van het Nationaal Park Pantanal. Als ik uitstap in de middle-of-nowhere en de bus aan de horizon zie verdwijnen bekruipt me langzaam maar zeker het gevoel dat de gids die mij hier zou oppikken net zo min bestaat als sneeuwwitje en de zeven dwergen. Ook dit is reizen. De eerst volgende vraag is: hoe kom ik hier in Godsnaam weer vandaan? Het antwoord is simpel: zoals vaak tijdens het reizen ben ik afhankelijk van de lokale bevolking en kan ik niets anders doen dan deze personen vertrouwen: lost in translation! Een Braziliaans echtpaar toont mij uiteindelijk het ware gezicht van Brazilië: een uitreikende hand en optimisme. Ze bellen voor mij een betrouwbare lodge-eigenaar, die mij net na zonsondergang van deze verlaten plek ophaalt...

Wednesday, June 20, 2007

Bolivia

Boliva, het dak van Zuid-Amerika, heeft een levendige inheemse cultuur en ongeëvenaarde natuurlijke bronnen. De enorme hoogte isoleert Bolivia van de rest van Zuid-Amerika en wellicht dat het land hieraan haar pure aard ontleent. De Bolivianen hebben maar weinig `Bollies` in hun achterzak en behoren tot de armste van het continent. Ook hier lijkt de standaardregel op te gaan: hoe armer de bevolking, des te groter is de glimlach van het land. De mensen op straat zijn enorm behulpzaam en altijd geïnteresseerd. Maarja, misschien zou ik dat ook zijn als ik de hele dag op een bankje werkloos op een plaza zou zitten!

Bolivia in een aantal losse fladers: Huayana Potosi was een bijzondere ervaring. Boven de zesduizend meter kom je normaal gesproken alleen met een KLM of British Airways. La Paz is een stad om van te houden, ontspannen sfeer voor een miljoenen stad, prachtige uitzichten en een levendig straatleven. De mijnen van Potosi gaan alle realiteit van de 21ste eeuw te boven: afgraven die berg! Nog steeds denk ik terug aan de mijnwerkers die dag in dag uit, kauwend om een paar cocabladeren afdalen voor een paar Bolivianos. Mens onerend! Sucre en Santa Cruz zijn een waar contrast tot deze ellendige misere. Steden met een upper-class en dus luxe. De naam Santa Cruz doet mijn dromen over de bizarre avond op Avenida San Martin: achterin de pick-up van een te grote bezine slurperende auto kansloos drinken met de rijke jeugd van de stad. Het bezitten van geld in een derde wereld land is een absoluut genot!

Over een paar weken kom ik terug voor een tweetal hoofdattracties: Salar de Uyuni en de Amazon jungle & pampas. Hasta la vista Bolivia!

Tuesday, June 19, 2007

Santa Cruz & Samaipata

Drie uur te oosten van de rijke stad Santa Cruz ligt Samaipata verscholen in de heuvels van de Cordillera Oriente. Dit gehucht is qua samenstelling volledig ontwricht: hier wonen meer expats dan Bolivianen! Een slaapplaats is hier dan ook makkelijk gevonden.In het hostel stuit ik op drie Voetbalinternationals jaargang 2005: honger maakt rauwe bonen zoet! Het dorp is verder een oase van rust, zelf de honden zijn te lui om te blaffen. Een bezoek aan National Park Amboro en het Inca fort El Fuerte vullen een aantal uren. Verder zo blij als een kind van vier in de Efteling met mijn Vi`s op de plaza gezeten...

Zondagavond op zoek naar vertier en vermaak in Santa Cruz word ik door een taxi chauffeur op Avenida San Marin gedropt. Het is een brede boulevard die aan weerzijde wordt gemarkeerd door bars, restaurants en nightclubs. De omzet van deze toko`s ligt op zondagavond rond het nulpunt, omdat iedereen op staat aan het zuipen is. Overal staan te grote gepimpte pick-up trucks of te stoere Opel Manta uitvoeringen met enorme speakers die voornamelijk reggeaton de nacht in pompen. De echte Johny`s rijden onafgebroken op en af de boulevard hun bezinetank leeg. Terwijl de jeugdige upper-class hun biertjes wegtikken, zijn het hun leeftijdsgenoten die onder de autos kruipen om de lege bierblikjes te verzamelen...

Als bleekscheet met groene ogen heb ik snel een paar uitnodigingen opzak om achter op een laadbak te komen zitten: when in Rome, do as the Romans do! Op het moment dat ik vloeiend Spaans begin te lullen weet ik het alcoholpercentage in mijn bloed richting de drie promille gaat en het tijd is mijn stapelbed op te zoeken.

Saturday, June 16, 2007

Tototoro National Park

Tototoro ligt aan het einde van de langst doodlopende weg die ik ooit heb afgelegd. Zes uur vanaf Cochobamba over Spartaanse wegen. Stof, stof & stof: alsof iemand zes uur lang een deurmat in op je smoel aan het uitkloppen is.

National Park Tototoro is een geologisch archief. De meteoriet die 60 miljoen geleden in Yacatan een putje sloeg, heeft het landschap in tweeën gespleten en talloze aardlagen blootgelegd. Versteende aardlagen die miljoenen jaren gestapeld verscholen lagen genieten sindsdien weer van de zonnestralen. In de miljoenen jaren die volgde hebben gletsjers, water en wind het landschap gevormd tot wat het is op de dag van vandaag: een bejaardentehuis vol fossielen! Elke aardlaag verteld haar eigen verhaal. De meest tot de verbeelding sprekende zijn de duizenden 120 miljoen jaar oude dinosaurus voetsporen.

"Super" Mario, geboren en getogen Tototoro-er, is mijn lokale gids en zonder twijfel de meest enthousiaste en toegewijde gids die ik in heel Zuid-Amerika heb ont moet. Mario is een gids die niet van paden houdt en liever over of door een rots gaat dan erom heen. Mario`s weg gaat over rotsen in rivieren, op smalle riggels van canyons en slalommed langs stalatieten en stalagmieten in grotten (Cueva Humajalanta). Bijna kopje onder in een grot vol water om in de volgende kamer te komen en op je buik kruipend door grotten in een aardbevinggevoelig gebied zorgt voor wat extra adrealine in mijn bloedvaten.

Roeping gemist? Of is BAM in mijn hart gekropen? Op de weg terug word ik geconfronteerd met wegwerkzaamheden. Tussen mij en Cochobamba ligt behalve 357 km nu opeens ook een berg keien en 10 stratenmakers. Het tweelaags-zoab laat hier zo te zien nog wel even op zich wachten. Ik dacht dat ik met mijn werkervaring bij BAM-Infra wellicht van toegevoegde waarde kan zijn. Oftewel, op de knietjes, bilspeet een stukje boven de gordel en meters maken....!

Thursday, June 14, 2007

Sucre

Op 6 august 1825 werd in Sucre de Boliviaanse afhankelijkheid afgekondigd. De nieuwe republiek werd vernoemd naar haar bevrijder: Signor Simon Bolivar. Weten we dat ook weer, op naar de kroeg.

Elke main-stream backpacker die Sucre aandoet, zet voet in de Nederlandse kroeg `Joy Ride`. Ook de auteur van deze weblog heeft een bord hutspot en een portie bitterballen verorberd. Tevens aan de bar een trio drinkmaatjes gevonden. Hoe meer zielen, hoe minder bier maar des te gezelliger. Mijn nieuwe maatjes reizen met een Landrover dwars door Zuid-Amerika reizen. Mijn droom is ooit hetzelfde te doen in Afrika...

Twee drinksessie later is is het plan gesmeed een mountain bike trip om de stad te ondernemen. In tegenstelling tot `The Most Dangerous Road` in La Paz, gaat deze trip vooral berg op. Mijn drinkmaatjes onthielden mij de informatie dat twee van hen fanatieke biathlonners zijn en dat nummer drie net zijn zes maandse fietstrip in Nieuw-Zeeland had beëindigd. Soms moet je mans genoeg zijn om je meerdere te erkennen. Dit was zo`n moment!

Wednesday, June 13, 2007

Keeping it stupidly simple

Het leven in Zuid-Amerika is soms zo heerlijk simpel. Burn-outs en stress komen alleen voor in het woordenboek en elke Latino zweeft met twee vingers in zijn neus door het leven. Eenvoud is het sleutelwoord.

Hier op het zuidelijk halfrond hoef je niet te beslissen hoe laat en welke bus je neemt: er rijdt maar één bus! Treuzelende, van gedachten veranderende gasten in de rij van de bioscoop bestaan niet: er draait maar één film. RTL4, Veronica, Tien of De grootste van Nederland? In Zuid-Amerika wordt de afstandbediening slechts voor het volume beroerd: er bestaat maar één zender. Waar heb ik zin in, Italiaanse pasta, Surinaamse rotti of toch een Mexicaanse burrito? Stop!, de keuze wordt in de keuken al voor je gemaakt: er is maar één menu.

Logisch dat iedereen hier met een glimlach door het leven gaat...

Tuesday, June 05, 2007

Vergane glorie

Ooit ontpopte Potosi zich als de welvarendste & rijkste stad van heel Zuid-Amerika. Potosi bloeide op de gigantische zilverreserves in de Cerro Rico, de berg die ten oosten over de stad waakt. Gedurende de eeuwen hebben miljoenen mijners hun lot verbonden (een enkeling positief, maar veelal negatief in de vorm van hun laatste adem) aan de mijnen. Het Spaanse Koninkrijk teerde voor ontelbare jaren op de glimmende voorraden. In de negentiende eeuw "good times, went bad" en de welvaart glipte door de vingers van de Potosiers.

De mijnen zijn nog steeds operationeel en elke ochtend dalen er zo`n 15.000 mijners met boterhamtrommel in de mijnen af om hun geluk te beproeven. In de mijnen lijkt de tijd stil sinds de koloniale revolutie te hebben gestaan. Alles draait op mankracht: ertsen worden met spierballen in de mijnwagons geschept en de mijnwagons worden op spierkracht de schachten uitgeduwd. Niet van deze tijd. Onwerkelijk! Een dagje in de mijnen van Potosi doet deze luie decadente student weer met beide benen op de grond staan.

Kauwend op een overdosis cocabladeren kijken de meeste mijners stoïcijns door de schachten van de mijn. Life is a bitch! Tien uur per dag buffelen in sauna-achtige omstandigheden, geen DE-koffiemachine of een zonnestraal om je dag te verlichten en zoveel stof in je longen dat de gemiddelde mijner de kaarsjes op z`n 40ste verjaardagstaart niet meer kan uitblazen. De andere kant van het verhaal: er rijd hier een mijner rond in een gepimpte Hummer. De goude pik maakte zo`n 20.000 USD per week. Een kwestie van je pikhouweel in de juiste aardlaag hakken: vette mazzel

Zoals je in Nederland een liter melk koopt, zo loop je in Potosi een winkel uit met een staaf dynamiet in je boterschappentas. Toys for boys! Voor 150 eurocenten is een "IKEA-dynamiet-bouwpakket" te koop. Dit zijn geen Astronauten van mijn Valburgse vriend Ben Ras! Als in de beste Roadrunner tekenfilm heb ik een bom gekneed, ontsteking erin, lucifer erbij....: heerlijk!

Saturday, June 02, 2007

Zesduizendachtentachtig
Grapje voor de boys: Bergtoppen zijn als vrouwen.... hoe moeilijker te beklimmen, des te interessanter. Eenmaal beklommen en bedwongen wil je niets liever dan een andere proberen!

On top of the world

De trekkingen in Peru hebben mij op stoom doen komen. De volgende uitdaging is een gigant van 6088 meter BNP. De naam van deze big f*cker: Huayna Potosi. Voor het luttele bedrag van 120 USD wordt elke toerist, met welvaartsbuikje, de berg opgehezen.

Het is mijn eerste keer ijsklimmen en wellicht is een hoogte 5700 meter niet de ideale locatie om als groentje een pikhouweel te hanteren: living on the edge! Met een pikhouweel in je hand voel je je trouwens meer man heb ik ontdekt. Jammer dat dit heerlijke gevoel wordt gecompenseerd door de kuisheidsgordel waarmee je de berg wordt opgetrokken. De basisprincipes van ijsklimmen zijn simpel:
- Het touw is je beste vriend
- Houd je tong binnenboord
- The only way is up, beneden komen is van latere zorg

Vroeger heb ik op vakantie vol ontzag staan kijken naar bergen als Mont Maudit (4765 meter) en Monte Blance (4806 meter), deze rakkers lijken nu opeens molshopen. Een biologisch feitje tussendoor: De verschil in luchtdruk heeft niet alleen effect op oren, ook darmen zijn regelmatig opzoek naar een nieuw equilibrium! Het refuge is op 5200 meter. Probeer maar eens te slapen met een hartslag van 120 per minuut; zelfs je kont afvegen zorgt er alvoor dat je naar adem aan het happen bent.

`s Nachts om 1:00 uur is het startschot. De volle maan en de weerkaatsing op de sneeuw fungeren als zaklamp. Stap voor stap is de basisscholing voor elk pad omhoog. Als in `March of the Penquins` hobbel ik aangelijnd achter de gids aan opweg naar een nieuw hoogtepunt in deze trip. De wind is ijskoud en zes uur bergop voelt langer dan een zondagochtend op visite bij je familie. Het is puur afzien, doorbijten en doorgaan. De ultieme challenge zijn de laatste 230 meters met pikhouweel omhoog. Hakken als vanouds in je Aussie! Na een duizend doden te zijn gestorven is de overwinning adrealine-zoet. Net voor zonsopgang bereik ik de top en zonder twijfel is heb ik deze zonsopgang meer verdiend dan elke andere ooit...

Friday, June 01, 2007

La Paz

Alles in La Paz is hoger dan in de rest of Zuid-Amerika, behalve de kassabon. In La Paz kun je nog met je gulden terecht: voor-oorlogsche prijzen! Alles is hier spotgoedkoop. Er gaat een siddering door het hostal: eindelijk weer kapitaalkrachtig (behalve de Isrealische gasten met hun shekels). De kunst is La Paz te verlaten zonder een uitpuilende backpack.

La Paz is een stad zonder bezienswaardigheden, bijhalve het coca-musuem, maar door de vele straatmarkten bruist deze stad veel meer dan bijvoorbeeld Quito of Lima. De lokalen zitten je ook niet op de hielen met massages, souverniers en drukken ook geen menukaart door je netvlies. Deze stad bevalt me wel!

Net buiten de stad dit kiekje geschoten van een bergmeer. Een wonderlijk natuurverschijnsel of een plaatselijke Tjernobyl....